Resultaten landelijke promovendi-enquête 2021

Artikel

Contact

Sofie Dings

Beleidsadviseur onderzoek

Wat zijn de ervaringen van promovendi en hoe tevreden zijn ze over diverse aspecten van het promotietraject, zoals onderwijs, begeleiding en werkdruk? Om daarvan een goed algemeen beeld te krijgen is in het voorjaar van 2021 een pilot gedaan waaraan promovendi van acht Nederlandse universiteiten hebben meegedaan: Rijksuniversiteit Groningen, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Utrecht, Universiteit Leiden, Universiteit van Twente, Maastricht University, Erasmus Universiteit Rotterdam en de Open Universiteit.

Contact

Sofie Dings

Beleidsadviseur onderzoek

Informatie over de aanleiding van de pilot, details over de gegevensverzameling en de data-analyse zijn beschikbaar als rapport. In een bijlage van dit rapport is een overzicht opgenomen van de evaluatievragen die gesteld zijn in de pilot van 2021. Op deze webpagina wordt een aantal uitkomsten van de pilot op een interactieve manier weergegeven. 

 

Respons en representativiteit

In totaal hebben 4.876 promovendi, verdeeld over acht instellingen, het merendeel van de landelijke vragen beantwoord. Het responspercentage varieert tussen de instellingen (16%-32%) met een gemiddelde van 25%.

 

Beschrijving van de steekproef

Leeftijd, gender en nationaliteit 

Het merendeel van de promovendi in de steekproef is onder de 30 jaar (58%), bijna een derde (31%) is tussen de 30 en 40 jaar en 11% is ouder dan 40 jaar. 

60% van de steekproef bestaat uit vrouwelijke promovendi. Volgens personeelsdata verzameld door UNL is het aandeel vrouwelijke promovendi in 2021 in Nederland 46%. De steekproef bevat dus relatief veel vrouwen.

Iets meer dan de helft van de steekproef bestaat uit promovendi met de Nederlandse nationaliteit (52%). Bijna 20% heeft een nationaliteit uit een ander EER-land dan Nederland en de resterende 30% heeft een nationaliteit van buiten de EER.

Fase, promovenditypen en onderzoeksgebied 

Meer dan een kwart (26%) van de promovendi zit in het eerste jaar van het promotietraject. Het merendeel van de promovendi in de steekproef is aangesteld als werknemer-promovendus (62%). Iets meer dan een vijfde heeft een beurs (22%). Het percentage extern gefinancierde promovendi en buitenpromovendi ligt onder de 10% (7% resp. 9%). 

Deze percentages wijken iets af van de percentages zoals bekend uit de gegevensopvraag promovenditypen door UNL. In de steekproef zitten relatief veel beurspromovendi (22% versus landelijk 14%) en relatief weinig buitenpromovendi (9% versus landelijk 18%). 

 

Resultaten

Tevredenheid met het promotietraject 

Algemene tevredenheid met het promotietraject is bevraagd middels de vraag: ‘In general, are you satisfied with your PhD trajectory?’ Promovendi konden kiezen uit een schaal van 1 (very dissatisfied) tot 10 (very satisfied).

Over het algemeen zijn promovendi redelijk tevreden met hun PhD-traject; de gemiddelde score is een 7 (op een schaal van 1 tot 10); 15% van de promovendi geeft een cijfer gelijk aan, of lager dan, een 5; 42% geeft een cijfer gelijk, of hoger dan, een 8. 

  • Qua algemene tevredenheid met het promotietraject liggen de werknemer- en beurspromovendi dicht bij het steekproefgemiddelde. De extern gefinancierde promovendi zijn het meest tevreden en de buitenpromovendi het minst. Het verschil tussen deze twee groepen is significant. 
  • Promovendi met een Nederlandse nationaliteit of met een nationaliteit van buiten de EER zijn over het algemeen significant meer tevreden over het promotietraject dan promovendi uit de EER (anders dan Nederland).
  • Promovendi in het eerste jaar van het traject geven een significant hogere tevredenheidsscore aan hun PhD-traject dan ouderejaars.

 

Aantal supervisoren

Informatie over (de bekendheid met) het aantal officiële begeleiders is bevraagd via: ‘Please state the number of people who are officially part of your supervision team.’ Promovendi konden hier ofwel een getal invullen ofwel kiezen uit een van de antwoordopties: a) My supervision has not been officially documented (yet), b) I don’t know of c) Other. 

  • 94% van de promovendi geeft aan tenminste twee begeleiders te hebben. Het gemiddelde aantal begeleiders is 2,6. Dat is in lijn met het vierogenprincipe dat alle universiteiten als uitgangspunt hanteren: alle promovendi worden begeleid door ten minste twee (co)promotoren.
  • Het aantal begeleiders voor promovendi uit de EER ligt iets lager dan voor promovendi uit Nederland of van buiten de EER. Beurspromovendi hebben gemiddeld het hoogste aantal begeleiders en externe promovendi het laagste. Dit verschil is significant.

Tevredenheid met supervisie

De tevredenheid met de ontvangen supervisie is bevraagd via: ‘Are you, in general, satisfied with the supervision you receive?’ Promovendi konden antwoorden op een schaal van 1 (very dissatisfied) tot 5 (very satisfied).

  • Over het algemeen zijn promovendi redelijk tevreden met de begeleiding die ze krijgen. 43% van de promovendi in de steekproef is tevreden en 34% is zeer tevreden. 4% van de promovendi is zeer ontevreden, 8% ontevreden en 11% neutraal. 
  • Starters zijn iets meer tevreden over hun begeleiding dan ouderejaars.

 

Beschrijving werkdruk

De ervaren werkdruk in het promotietraject is bevraagd via: ‘How would you describe the workload or time pressure in your PhD project?’ Promovendi konden kiezen uit een van de volgende antwoordopties: a) too high, b) high, c) normal, d) low or e) too low.  

  • Bijna 50% van de promovendi zegt de werkdruk hoog te vinden; 10% vindt die te hoog.
  • Werknemer-promovendi geven de hoogste werkdruk aan. 
  • Ouderejaars ervaren een hogere werkdruk dan starters.
  • Promovendi afkomstig van buiten de EER ervaren een hogere werkdruk dan promovendi met een EER-nationaliteit (inclusief de Nederlandse)

Effecten van promotietraject op welbevinden

Het effect van het promotietraject op het welbevinden van promovendi is bevraagd via: ‘In general, what impact does your PhD project have on your mental wellbeing’? Promovendi konden kiezen uit een van de antwoordopties: a) positive, b) fairly positive, c) neutral, d) rather negative, e) negative, f) I don't know/I don't want to answer. 

NB: deze laatste antwoordcategorie is niet weergegeven in onderstaande figuur maar staat wel weergegeven in de factsheets in bijlage 2 van het rapport .

  • Iets minder dan 30% van de promovendi vindt dat het promotietraject een (enigermate) negatieve invloed heeft op hun mentale gezondheid; bijna 40% ervaart een positief effect en 30% kiest voor de antwoordoptie neutraal. 
  • Het effect van het promotietraject op de mentale gezondheid is het meest negatief voor werknemers en beurspromovendi. 
  • De negatieve impact van het promotietraject op de mentale gezondheid is groter voor ouderejaars dan voor starters.
  • Vergeleken met andere nationaliteiten is de werkdruk op de mentale gezondheid het hoogst bij promovendi uit de EER.

Op schema en vertraging

Om een indruk te krijgen welk deel van de promovendi op schema ligt en welk deel is vertraagd, is eerst de vraag gesteld ‘Are you currently on schedule with your planning?’ Promovendi konden kiezen uit een van de antwoordopties: a) Yes, b) No, I am ahead of schedule, c) No, I have fallen behind schedule, d) I don't have a schedule of e) I don’t know. De antwoordcategorieën a) Yes en b) No, I am ahead of schedule zijn samengenomen en in de figuur weergegeven als ‘Ja, ik lig op schema’.

  • Van de groep promovendi die vertraagd is, geeft 42% aan dat de vertraging meer dan 6 maanden bedraagt.
  • Er zijn geen verschillen in het wel of niet hebben van vertraging tussen de vier promovenditypen, maar het percentage dat meer dan 9 maanden vertraagd is, is het hoogste bij de buitenpromovendi. 

Carrière-ambities

Om er inzicht in te krijgen waar promovendi willen werken na het behalen van hun PhD is de volgende vraag gesteld: ‘What career perspectives do you aspire after graduation? Tick all that apply.’ Promovendi konden kiezen uit a) onderzoeker binnen de universiteit, b) onderzoeker buiten de universiteit, c) carrière buiten de wetenschap. Omdat promovendi alle drie de antwoordcategorieën konden aanvinken tellen de percentages niet op tot 100%. Men kon ook de optie ‘I don’t know’ selecteren maar dit staat niet weergegeven in onderstaande grafiek. Daardoor wijken de percentages in de grafieken af van de percentages in het rapport. Alle percentages (inclusief ‘I don’t know’) staan weergegeven in de factsheets in bijlage 2 van het rapport.

  • Bijna 40% van de promovendi wil graag blijven werken in de onderzoekswereld binnen een universiteit; 35% wil graag betrokken blijven bij wetenschap maar dan buiten de universiteit. 
  • Promovendi van buiten de EER geven vaker aan een carrière in de academische wetenschap te ambiëren.

Downloads

Rapportage Evaluatie Nederlandse Promotietrajecten 2021.pdf

Publicatie