Ruim 123.000 studenten raken mogelijk sportfaciliteiten kwijt

Actueel

Laatst bijgewerkt op
Photo by <a href="https://unsplash.com/@willythewizard?utm_content=creditCopyText&utm_medium=referral&utm_source=unsplash">Willy the Wizard</a> on <a href="https://unsplash.com/photos/a-bench-sitting-on-top-of-a-track-next-to-a-field-W7caRxhxPzo?utm_content=creditCopyText&utm_medium=referral&utm_source=unsplash">Unsplash</a>

Studenten, universiteiten, hogescholen en sportorganisaties waarschuwen: studentensport dreigt ontoegankelijk te worden

Het Interstedelijk Studenten Overleg, Universiteiten van Nederland, Studentensport Nederland, Vereniging Hogescholen en NOC*NSF maken zich grote zorgen over een beleidswijziging, waardoor de prijzen voor sporten bij studentensportcentra dusdanig dreigen te stijgen dat het voor de gemiddelde student niet meer betaalbaar is. Met als gevolg dat het voortbestaan van studentensport en deze sportcentra onder grote druk staat en 123.000 sporters in de knel komen. Deze stijging is het gevolg van het aangescherpte beleid van de minister van Onderwijs, Eppo Bruins. Mylou Miché, voorzitter Interstedelijk Studenten Overleg: “Dit is de zoveelste klap die studenten krijgen te verduren onder dit kabinet; de basisbeurs omlaag, bezuinigingen op onderwijs en nu willen ze sporten ook nog van hen afpakken. Iedereen is het er over eens dat sporten belangrijk is, dus pak dit niet van studenten af!”

Universiteiten mogen niet investeren in sport

Sinds 2003 bestaat er regelgeving waardoor er voor onderwijsinstellingen voorwaarden gelden voor de besteding van publiek geld voor private activiteiten bij onderwijsinstellingen. Sportvoorzieningen zijn door OCW bestempeld als "privaat". Hoewel dat op zich al een twijfelachtige keuze is, zijn er tot nu toe geen grote problemen ontstaan. Dat verandert nu, omdat OCW structurele investeringen in private activiteiten niet langer als proportioneel en rechtmatig beschouwt. Investeren mag hooguit eenmalig, of voor kleinschalige voorzieningen. Dat heeft voor universiteiten en hun sportvoorzieningen grote gevolgen. Caspar van den Berg, voorzitter Universiteiten van Nederland: "Studentensport is essentieel voor het welzijn en de studieresultaten van studenten. Het is daarom cruciaal dat universiteiten hierin kunnen blijven investeren. Deze beleidsregel maakt dat echter vrijwel onmogelijk. Dat schaadt studenten en staat haaks op allerlei andere ambities die het kabinet zelf uitdraagt.”

            

Door deze beleidswijziging moeten sportfaciliteiten aangeboden worden zonder dat daar nog publieke middelen naartoe mogen. Dit lijkt heel redelijk, maar het betekent dat sporten vele malen duurder wordt. Het betekent dat jaarabonnementen lokaal met honderden euro’s per jaar kunnen stijgen. Hierdoor wordt het voor veel studenten niet meer haalbaar om te sporten. Ook komt het voortbestaan van de sportcentra en studentensportverenigingen in gevaar. Luuk Minnaar, voorzitter Studentensport Nederland: “Studentensport is een verrijking voor je studieperiode. De sportcentra hebben een uitgebreid sportaanbod, zowel via individuele sportprogramma’s als verenigingen, waardoor studenten zich persoonlijk kunnen ontwikkelen en laagdrempelig nieuwe sporten kunnen proberen. Regelmatig wordt dit een sport voor het leven en stromen zij door naar andere verenigingen en sportaanbieders. Niet alleen de sport blijft een leven lang bij je, ook de ervaringen en vriendschappen die op worden gedaan. Het zou een ramp zijn als de sportcentra van dit beleid de dupe worden en hiermee alle aangesloten sporters en 400 verenigingen.”

Sporten essentieel voor studentenwelzijn

Het belang van studentenwelzijn is in deze kwestie belangrijk. In de afgelopen jaren wordt er steeds meer aandacht besteed aan het welzijn van studenten. En terecht, meerdere onderzoeken tonen aan dat het welzijn van studenten onder druk staat. Het is daarom niet te verkopen dat de overheid, die de afgelopen jaren steeds meer aandacht heeft voor studentenwelzijn, tegelijkertijd de belangrijkste pijler van de studentensport dreigt af te breken. 

Guido Davio, directeur breedtesport NOC*NSF: “Deze beleidswijziging is contraproductief en gaat in tegen alle logica. Het is essentieel dat sporten toegankelijk, laagdrempelig en betaalbaar blijft voor studenten in het WO, HBO en MBO. Niet alleen omdat het leuk is, maar omdat het goed is voor het welzijn van studenten. En mensen die zich goed voelen, presteren uiteindelijk beter. Daarnaast is het belangrijk om in deze fase te blijven sporten, zodat de drempel om na de studietijd actief te blijven zo laag mogelijk is. Deze middelen zijn dus ook een investering voor een actieve en sportieve toekomst.”

Een uitzondering is mogelijk

Wij roepen de Tweede Kamer op om af te zien van de verscherping van deze beleidsregel en het advies van de Landsadvocaat toe te passen. De Landsadvocaat voorziet de mogelijkheid (paragraaf 6.37) om in de beleidsregel een uitzondering te maken voor activiteiten die een algemeen belang dienen, zoals sport. Op die manier kunnen de sportfaciliteiten voor studenten worden gered. Daarnaast biedt dit een mogelijkheid om andere studentenvoorzieningen een uitzondering te geven. Elk van deze activiteiten komt namelijk in gevaar, terwijl zij juist een maatschappelijke waarde hebben. 

Er is ook een petitie gestart die op moment van schrijven al bijna 20.000 keer is ondertekend.