Preambule
De universitaire sector staat toenemend onder druk. Dit leidt op verschillende plaatsen tot reorganisaties en dwingt universiteiten tot het maken van moeilijke keuzes. Dit heeft gevolgen voor de werknemers. De universiteiten willen uiteraard een aantrekkelijke werkgever blijven. Tegelijkertijd hechten cao-partijen aan financiële zekerheid voor werknemers. Cao-partijen blijven zich gezamenlijk inzetten voor belangrijke thema's als ontwikkeling van werknemers, sociale veiligheid en werkdruk.
Employability Fonds
Cao-partijen stellen een Employability Fonds in met als doel werknemers van universiteiten te ondersteunen bij hun professionele ontwikkeling en loopbaanmobiliteit in tijden van politieke bezuinigingen, ingrijpende wetswijzigingen en daarmee samenhangende reorganisaties. De inhoud en voorwaarden van dit Fonds worden in bijlage N verder uitgewerkt.
Gelijke beloning
Voor cao-partijen is gelijke beloning tussen vrouwen en mannen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid een belangrijk en gedeeld uitgangspunt. Cao-partijen vinden het essentieel dat iedereen binnen de universitaire gemeenschap eerlijk wordt beloond, ongeacht gender. In de afgelopen jaren is de bewustwording rondom dit thema vergroot en hebben cao-partijen gewerkt om beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen te verkleinen. Cao-partijen blijven zich samen inzetten voor verdere verbetering. Vooruitlopend op de Europese richtlijn over Beloningstransparantie werken cao-partijen actief aan het inzichtelijk maken en monitoren van de beloningsverhoudingen en -verschillen binnen onze instellingen. Transparantie, bewustwording en structurele verbeteringen vormen daarbij de kern van onze aanpak. Indien er verschillen zijn, worden verbeterpunten per instelling aangepakt. De voortgang hiervan wordt besproken in het Overleg Vakbonden en Werkgevers (OVW) met de intentie om voor het einde van het kalenderjaar 2026 tot concrete maatregelen te komen.
Verbetering van sociale veiligheid
Cao-partijen willen verdere stappen zetten in de verbetering van sociale veiligheid omdat werknemers op universiteiten veilig en gezond moeten kunnen werken. Cao-partijen hechten belang aan aandacht voor de preventieve kant van sociale veiligheid. Voor het realiseren van een sociaal veilige werkomgeving is een cultuuromslag bij de universiteiten nodig. Dit vraagt van de universiteiten investeren in bewustwording en van iedereen die werkt of studeert reflectie op ieders eigen gedrag om te komen tot gedrag dat bijdraagt aan het realiseren van een sociaal veilige werkomgeving.
De werkgevers spannen zich tot het uiterste in om werknemers, in het bijzonder die met een tijdelijk contract, te beschermen wanneer zij een melding doen of een klacht indienen met betrekking tot sociale veiligheid of als getuige hierbij betrokken zijn. De werkgevers dragen er zorg voor dat werknemers die een melding doen of een klacht indienen hierdoor niet worden benadeeld, bijvoorbeeld in loopbaanperspectief. De werkgevers zullen hier de werknemers actief over informeren.
In vorige cao's hebben cao-partijen vooral de focus gelegd op het ontwikkelen en organiseren van een goede klacht- en meldstructuur op de universiteiten. In deze cao willen partijen meer inzoomen op de inhoud en oorzaken van de problematiek. Hiërarchie in de organisatie, afhankelijkheidsrelaties en de rol en kwaliteiten van leidinggevenden spelen een belangrijke rol bij het creëren van een sociaal veilige omgeving.
Cao-partijen spreken daarom af een gezamenlijke analyse te maken van deze zorgpunten (structuur, cultuur, systeem). In deze analyse kijken cao-partijen naar de universiteiten. Wat werkt sociale onveiligheid in de hand? Wat betekent dit voor de mensen die hier binnen functioneren en welke aanpassingen zijn hier op mogelijk?
De uitkomsten van deze analyse worden op instellingsniveau besproken in het lokaal overleg met als doel het werkklimaat te verbeteren. In het bijzonder gaat hierbij de aandacht uit naar de selectieprocedures en opleidingen voor leidinggevenden. Daarnaast zullen de uitkomsten worden meegenomen in het formuleren van het sociale veiligheidsbeleid van de instellingen. Daarbij verkennen cao-partijen de mogelijkheid tot het gezamenlijk indienen van een subsidieaanvraag, gedurende de looptijd van de cao, in het kader van "Het programma Sociale Veiligheid in Hoger Onderwijs en Wetenschap (https://programmasocialeveiligheid.nl/over-het-programma/)". Cao-partijen denken hierbij aan het ontwikkelen van materiaal en trainingen, bijvoorbeeld een uniforme e-learning met daarin basis sociale veiligheidsvaardigheden voor alle werkgevers en werknemers in de sector. Van belang hierbij is dat leiderschapstrainingen, en andere sociale veiligheidsprogramma’s, die al lopen of in ontwikkeling zijn, hierop kunnen aansluiten.
Werkdruk
Het terugdringen van werkdruk is één van de speerpunten van cao-partijen. Het is echter ook een weerbarstig onderwerp dat allang speelt in de sector en geen eenvoudige oplossing kent. Inzet, aandacht en vasthoudendheid zijn daarom vereist om verbeteringen te bereiken op dit onderwerp.
Partijen willen een volgende stap zetten in de aanpak van werkdruk door meer gestructureerd de oorzaken van werkdruk te verbinden met daarbij passende oplossingen op alle niveaus van de universiteiten, o.a. op basis van het rapport van de Arbeidsinspectie, de sectorrapportage werkdruk en de arbocatalogus. Ook benadrukken cao-partijen het belang van het opnemen van verlof in verband met recuperatie en werkdruk.
Cao-partijen spreken daarom in het kader van het voorkomen en de beheersing van werkdruk het volgende af: één van de uitdagingen voor de sector maar zeker ook een kans is het gebruiken van AI bij werkprocessen op de universiteiten. Cao-partijen willen daarom in een studie verkennen hoe de werknemers goed kunnen worden toegerust voor het werken met AI zodat alle werknemers de kans krijgen om gebruik te maken van nieuwe technieken en zich hierin verder te ontwikkelen.
Erkennen en Waarderen (E&W)
Medewerkers van universiteiten realiseren wetenschappelijk onderwijs, onderzoek en impact ten einde nieuwe wetenschappelijke kennis te genereren en te delen. Dit onder meer ten behoeve van het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken nu en in de toekomst.
Maatschappelijke en wetenschappelijke uitdagingen vragen om meer samenwerking en om een multidisciplinaire en impactvolle, open manier van wetenschapsbeoefening, mede gebaseerd op Open Science. Een manier van erkennen en waarderen die past bij deze uitdagingen is noodzakelijk. Passende erkenning en waardering van medewerkers, en van hun prestaties, individueel en in teamverband, ondersteunt een inspirerend en gezond werkklimaat. Ruimte voor differentiatie in de loopbanen van wetenschappers is onontbeerlijk, zeker met betrekking tot de mogelijkheid van het aanbrengen van verschillende accenten in individuele loopbanen en loopbaanfases als het gaat om focus op wetenschappelijk onderwijs, onderzoek, impact, patiëntenzorg en leiderschap. Gecombineerd met meer aandacht voor teamwork en teamspirit is dat essentieel om in de toekomst onze kracht te behouden, ook vanuit internationaal perspectief bezien. Hiervoor is een wezenlijke (cultuur)verandering nodig in onderwijs en onderzoek en van samenwerking in brede zin.
Cao-partijen onderschrijven het belang van deze verandering die mede invulling krijgt op basis van het landelijke programma Erkennen en Waarderen. Het primaat van de ontwikkeling en de realisatie van de beoogde verandering ligt op instellingsniveau. Verkennen, experimenteren, inspireren, co-creëren, good practices delen en leren van elkaar staan centraal in het gezamenlijke programma. Waar nodig zullen de ontwikkelde vernieuwingen verankerd worden in, en versterkt worden door, sectorale kaders.
In dit stadium starten partijen, als onderdeel van het programma Erkennen en Waarderen, op sectoraal niveau met periodieke verkenning en bespreking van de ontwikkelingen. Dit opdat open ideeënuitwisseling en eventueel benodigde doorvertaling naar landelijke kaders, in goed onderling overleg en in samenhang met aanpalende (inter)sectorale ontwikkelingen, paritair voorbereid kan worden.