Om de Europese afspraken in Nederland te implementeren is in februari 2017 het Nationaal Plan Open Science gepresenteerd door tien partijen, waaronder KNAW, NWO/ZonMw en VSNU/UKB. Eén van de hoofdambities van dit Plan is 100% open access publiceren in 2020; dat wil zeggen wetenschappelijke publicaties (artikelen, (delen van) boeken, rapporten) die met publiek geld zijn gefinancierd, zijn vanaf 2020 voor iedereen waar ook ter wereld direct open toegankelijk om te kunnen raadplegen en te hergebruiken.
De VSNU/UKB is trekker van deze hoofdambitie en dat betekent dat zij de taak heeft om gezamenlijk beleid te initiëren en vervolgens te coördineren tussen de hoofdrolspelers in het veld. Samen met de meest betrokken partijen zijn afspraken gemaakt voor de komende periode 2018 - 2020. Dit gebeurt nog steeds onder de vleugels van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. In het regeerakkoord en het sectorakkoord hoger beroepsonderwijs 2018 staat dat open access en open science de norm zijn voor wetenschappelijk onderzoek.
In het eZine Roadmap open access 2018-2020 zijn de plannen op de vijf pijlers toegelicht. In deze versie geven we per pijler achtergrondinformatie over voortgang en ontwikkelingen en kun je je mening geven over vervolgstappen.
Onder elke pijler is een toelichting opgenomen met de laatste stand van zaken op de betreffende pijler en met een link naar recente informatie. Klik voor deze informatie op de pijler.
In het vorige eZine spraken we over ons voornemen om aan de slag te gaan met alternatieve platforms. Ook hebben we toen een aantal wetenschappers geïnterviewd over het alternatieve platform dat zij aan het creëren zijn, te weten ScholarlyHub en SciPost.
In de loop van 2018 is een andere beweging zichtbaar geworden. Niet alleen onderzoekers zetten een nieuw platform neer, maar juist ook de financiers. De financiers stellen eisen aan de openheid van publicaties en zien dat publicaties op bestaande platformen in het gedrang komen. Daarom zijn zij zich actiever gaan bewegen op dit vlak.
Alternatieve publicatie platforms spelen als een van de drie open access routes ook een rol in Plan S. De versnelling die gezocht wordt in Plan S is ook door de VSNU zeer gewenst omdat het blijft bewegen in de richting waarin de VSNU al jaren acteert; 100% open access in 2020. Elke route die bijdraagt aan deze doelen ondersteunen we. Om deze reden zijn alternatieve publicatie platforms als aandachtspunt in de roadmap benoemd. De komende periode zullen we ook vanuit Nederland na gaan welke bijdrage alternatieve publicatie platforms kunnen hebben in de versnelling.
Plan S is in september 2018 gelanceerd met als doel om een versnelling te realiseren in de transitie naar open access. Het plan dat geïnitieerd is door Robert-Jan Smits, senior adviseur Open Access bij de het Europees Politiek Centrum van de EU, en vanuit Science Europe bestaat uit tien kernprincipes om die versnelling teweeg te brengen. Begin 2019 werden wereldwijd stakeholders geconsulteerd om te reflecteren op de voorgenomen implementatie van Plan S. In Nederland namen NWO/ZonMw het initiatief voor een landelijke consultatiebijeenkomst met medewerking van KNAW en VSNU. De VSNU heeft steun voor Plan S uitgesproken in een Statement. In het statement deelt de VSNU tevens haar visie dat zowel open access als Plan S dienen als middel om de controle over het publicatieproces en het eigenaarschap van de publicatie bij de wetenschap(per) terug te brengen.
x
In het eerste eZine over open access werd in de tijdslijn al zichtbaar dat er een bijzonder mijlpaal was bereikt. In 2015 is een amendement aangenomen, ingediend door Joost Taverne, om een wijziging in het auteursrecht te realiseren. Dit amendement is aangenomen en geeft daarmee de auteur het recht om een artikel vrij beschikbaar te maken na een redelijke termijn van eerste publicatie.
De praktische uitwerking van dit amendement heeft wat voeten in de aarde gehad. Om dit goed te faciliteren moesten de universiteitsrepositories bijvoorbeeld worden gemoderniseerd. Deze slag is ondertussen geslagen en de universiteiten hebben een pilot opgezet om de uitwerking van het amendement in de praktijk te toetsen.
De Nederlandse universiteiten geven open access vanaf 2019 een extra impuls door in samenwerking met onderzoekers publicaties in deze pilot na zes maanden van publicatie beschikbaar te maken.
Toelichting over de voorwaarden en de werking van de pilot is te vinden op deze pagina.
x
De VSNU onderhandelt met grote uitgeverijen waar de gelieerde instellingen contracten mee hebben lopen. De manier waarop we open access bereiken, kan verschillend zijn. In 2018 zijn onderhandelingen gevoerd met Elsevier. Door het bestaande contract met Elsevier met zes maanden te verlengen is er meer ruimte om, gezien de ontwikkelingen omtrent open science en Plan S tot overeenstemming te komen. De onderhandeling met de Royal Society of Chemistry Publishing (RSC) is helaas zonder overeenkomst geëindigd, aangezien het niet mogelijk bleek een goede afspraak over open access te maken. Wel zijn er in 2018 nieuwe overeenkomsten gesloten met Oxford University Press en Wolters Kluwer. Ook met Taylor & Francis en Springer Nature zijn nieuwe overeenkomsten gesloten welke in het kader van toenemende transparantie ook zijn gepubliceerd.
Het komend jaar staan onderhandelingen met diverse andere grote uitgevers op de agenda, te weten Sage, Wolters Kluwer en Wiley. Via de open access nieuwspagina en nieuwsbrieven kunt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in deze onderhandelingen.
De insteek die de universiteiten in de onderhandelingen consequent toepassen is overstappen op open access, leesrechten van artikelen blijven behouden en een plan voor de volledige transitie naar open access binnen reëel financiële grenzen. Deze voorwaarden gelden voor alle disciplines, ook al beseffen we dat er verschillen zijn. De VSNU/UKB is niet de enige partij die onderhandelt over contracten met uitgevers. Dit gebeurt wereldwijd op meer plekken en door meerdere partijen. In de afgelopen jaren zijn er dan ook diverse publicaties verschenen waarin partijen vanuit hun invalshoeken hebben bekeken welke voorwaarden ze willen stellen bij het aangaan van licentiecontracten. De VSNU heeft daarvan een aantal op een rij gezet en een clustering aangebracht in deze voorwaarden.
Het doel hiervan is om bij de start van een onderhandeling met het onderhandelingsteam vast te stellen wat de essentiële voorwaarden zijn waar men zich aan wil houden op het punt van:
De volgende publicaties bestrijken gezamenlijk een breed spectrum van voorwaarden waar we over na willen denken bij onderhandelingen met bestaande en nieuwe uitgevers.
x
Nederland is nog steeds één van de koplopers op het gebied van open access, maar ook buiten Nederland worden stappen genomen richting volledige open access van wetenschappelijke publicaties. Een rondgang langs een aantal recente interessante ontwikkelingen:
In Afrika is een forse toename gaande van open access gepubliceerde artikelen. Uit onderzoek blijkt dat in Afrika het meest gevarieerde aanbod aan open access artikelen gepubliceerd wordt. Ook in andere landen die voor economische uitdagingen staan groeit het open access percentage harder dan in veel westerse landen. Veel Afrikaanse universiteiten kunnen geen dure abonnementen betalen, een logische verklaring voor het hoge percentage open access artikelen.
Er komen veel verzoeken binnen vanuit Aziatische landen om te worden opgenomen in de Directory of Open Access Journals. Ter illustratie waren dit uit India 2.048 en uit Indonesië 3.622 verzoeken tot begin 2018. Helaas wordt nog ongeveer de helft van de verzoeken, op basis van de diverse kwaliteitscriteria, afgewezen.
Universiteitsbibliotheken en onderzoeksfinanciers uit China hebben aangekondigd Plan S te steunen. Deze Aziatische steun wordt gezien als een belangrijke bekrachtiging voor het plan.
Veel individuele universiteiten in de Verenigde Staten tonen een actieve inzet voor open access. Het Massachusetts Institute of Technology (MIT) heeft een eigen open access taskforce waarbij zij ervoor willen zorgen dat aan de MIT verworven kennis beschikbaar is voor de hele wereld.
In de onderhandelingen met de diverse uitgevers heeft Florida State University (FSU) haar uitgebreide abonnement op Elsevier opgezegd nadat bleek dat ze, op basis van een oud contract, vele malen meer in rekening werd gebracht dan andere openbare universiteiten.
In april heeft de University of California een Declaration of Rights and Pinciples to Transform Scholarly Communication gepubliceerd om het open access beleid dat al jaren wordt gevoerd kracht bij te zetten. Er wordt door de verschillende Amerikaanse universiteiten echter niet gezamenlijk opgetrokken in de onderhandelingen. Grote verschillen in wetgeving per Staat liggen hier mede aan ten grondslag. In California is in 2018 de meest verregaande Amerikaanse wetgeving aangenomen: door de staat gefinancierd peer-reviewed wetenschappelijk onderzoek moet uiterlijk een jaar na publicatie open access beschikbaar zijn.
De meeste ontwikkelingen op het gebied van open access komen uit Europa. Engeland volgt Nederland op de voet in het aantal open access gepubliceerde artikelen. In Engeland zijn er in 2018 verschillende hoogwaardige open access platforms gelanceerd. Voorbeelden zijn het Megajournal Platform van University College London (UCL) Press en het open access platform van de London School of Economics.
In Scandinavische landen als Zweden en Finland wordt er, net als in Nederland, in gezamenlijk verband onderhandeld tussen de universiteiten en uitgevers. In Zweden heeft dit ertoe geleid dat de overeenkomst met Elsevier is beëindigd, maar wel een open access overeenkomst is gesloten met Cambridge University Press die de Zweedse instellingen toegang geeft tot alle hybride en open access tijdschriften van de uitgever. Daarnaast kunnen Zweedse onderzoekers hun artikelen in alle open access tijdschriften van uitgever Frontiers publiceren voor gereduceerde tarieven.
In Finland is daarentegen wel een overeenkomst met Elsevier gesloten om het bestaande leesabonnement te verlengen en een open access pilot programma uit te rollen om Finse onderzoekers te stimuleren hun artikelen open access te publiceren in de Elsevier tijdschriften.
x
De helft van alle peer-reviewed artikelen van de Nederlandse universiteiten is open access beschikbaar in 2017. Dat is een stijging van 42% van de artikelen in 2016 naar 50% in 2017. Recent zijn op de website van de VSNU de jaarlijkse resultaten van de meting van open access publicaties voor 2017 ook visueel beschikbaar gemaakt. Er zijn overzichten met het aantal open access publicaties per uitgever en per universiteit. Daarnaast wordt de link met andere landen zichtbaar gemaakt in een overzicht van de Nederlandse uitkomsten met referentielanden.
Naast monitoring van het aantal open access publicaties wordt er onderzoek gedaan naar de metingen en trends van publicatieculturen. Hoewel een duidelijke definitie over wat er wordt verstaan onder publicatieculturen ontbreekt wordt het woord wel vaak gebruikt. Daarbij duidt men op de verschillende type publicaties die gebruikelijk zijn in verschillende wetenschapsvelden. Het meest bekende type is het ‘artikel’ in een gerenommeerd tijdschrift. Echter in andere wetenschapsdisciplines is het publiceren in de vorm van een boek, een toevoeging aan een lexicon of bijvoorbeeld een tentoonstelling net zo goed een manier om uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek te communiceren. Een overzicht van enkele verschillen in publicatiecultuur die impact hebben op het realiseren van open access staan hieronder.
De focus van de aanpak vanuit de VSNU is vanaf de start sterk gericht op de publicatie van artikelen. Om die reden is ondermeer gekozen voor een route van onderhandelen met de grote uitgevers. Echter, het is niet de bedoeling om de ogen te sluiten voor de andere vormen van publiceren of voor de kleinere uitgevers.
Om na te gaan of het voor het stimuleren van open access wenselijk is om ook andere beleidsrichtingen te kiezen dan onderhandelen met de grote uitgevers, is de universiteitsbibliotheek Utrecht gevraagd onderzoek uit te voeren naar cijfermatige onderbouwing van de verschillende publicatieculturen.
De Kengetallen Universitair Onderzoek (KUOZ data) vormen een van de uitgangspunten in dit onderzoek. Hierin wordt een onderverdeling gemaakt naar publicaties in de verschillende vakgebieden, en naar primair beoogde doelgroep: wetenschappelijke publicaties voor onderzoekers, vakpublicaties voor vakmatig geïnteresseerden en populaire publicaties voor een breder publiek. Ook wordt gekeken naar de vorm waarin wordt gepubliceerd, van artikel tot publicatie op een website. De KUOZ data laten het volgende beeld zien:
Om voor de verschillende publicatietypen een goed beeld te krijgen van de mate van open access, wordt aanvullend onderzoek gedaan met data uit diverse andere bronnen.
Enkele verschillen in publicatiecultuur die impact hebben op het realiseren van open access, ter indicatie:
x