Frugal Innovation: een thermometer op je voorhoofd
Moderne gadgets geschikt maken voor gebruik in ontwikkelingslanden. Dat wordt verstaan onder ‘frugal innovation’. De universiteiten in Leiden, Delft en Rotterdam hebben een gezamenlijk onderzoeksprogramma over het thema.
Veel Afrikaanse moeders ‘meten’ met hun hand op het voorhoofd van hun kind of het koorts heeft. Er wordt nu een voorhoofds-meter ontwikkeld met een lampje dat aangeeft of de temperatuur te hoog is. De voorhoofdsthermometer, bedacht door het LUMC en de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft, is een uitvloeisel van het Centre for Frugal Innovation in Africa, een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Technische Universiteit Delft.
Moesson
Frugal Innovation kun je vertalen als: sobere innovatie, bedoeld voor de arme bevolking in arme landen, om armoede te bestrijden en duurzaamheid te vergroten. Het gaat bijvoorbeeld om betaalbare waterfilters, een mobiel betalingssysteem, goedkope mobiele telefoons, verlichting met zonne-cellen. ‘Innovatieve producten die laaggeprijsd zijn,’ zegt mede-directeur Cees van Beers.
Het centrum doet wetenschappelijk onderzoek naar de achtergronden van de innovaties, bijvoorbeeld naar innovatiemanagement, en stimuleert de ontwikkeling van producten, zoals de frugal thermometer (‘zonder batterij’) en goedkope weerstations waarmee boeren tijdig kunnen worden gewaarschuwd voor een moesson.
Koudwatervrees
Van Beers, hoogleraar innnovatiemanagement in Delft, merkt dat grote westerse bedrijven vaak koudwatervrees hebben om de ‘frugal’ markt aan te boren. ‘Ze denken: we hebben daar geen relevante consumenten. Maar je moet de consumenten relevant máken. Want het kan wel degelijk een groot succes worden. General Electric heeft bijvoorbeeld mobiele apparaten voor hartfilmpjes gemaakt. Je stuurt de gegevens naar een ziekenhuis en dat bepaalt wat er moet gebeuren. Ze zijn er mee begonnen op het platteland van India, maar inmiddels willen ze ze in Amerika ook, in plaats van de dure vaste apparatuur.’
Een bedrijf dat wel wil, is Philips. Het doel van de gezondheidstak van de multinational is om in 2025 het leven van drie miljard mensen te verbeteren, bijvoorbeeld doordat ze een elektrische tandenborstel gebruiken of in een Philips-scan gaan. Het zijn er nu 2,1 miljard, en de grootste groei zit in Afrika en Azië, aldus Maarten van Herpen, hoofd van de Africa Innovation Hub van Philips. Philips maakt bijvoorbeeld een buikband om de ademhaling te registereren van jonge kinderen in Afrika, waar longontsteking veel voorkomt en vaak dodelijk is.
Leren
Frugal Innovation is een verhaal met twee kanten – westerse landen kunnen ook leren van de vernieuwingen. Of, zoals sommige sprekers benadrukken, dat móet zelfs, als je bijvoorbeeld kijkt naar duurzaamheid en de hoog oplopende gezondheidszorgkosten in Europa en Noord-Amerika.
Het onderwerp trekt steeds meer aandacht, zegt Van Beers. Bachelor-studenten van de drie universiteiten kunnen sinds september 2018 de minor Frugal Innovation for Sustainable Global Development volgen, met in het tweede deel een praktische stage in het buitenland.
Olaf van Vliet en Lars van Doorn ontvangen 430 duizend euro subsidie voor onderzoek flexibilisering arbeidsmarkt
Onderzoekers van de Afdeling Economie en het Instituut Bestuurskunde, Olaf van Vliet en Lars van Doorn, hebben een subsidie van 430.000 euro ontvangen van Instituut Gak voor onderzoek naar de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de gevolgen daarvan voor sociale zekerheid.
De afgelopen decennia is de flexibilisering van de arbeidsmarkt in rap tempo toegenomen. Bovendien is de verwachting dat door de opkomst van de platformeconomie, met bedrijven als Uber, Helpling en PicNic, deze trend zich zal voortzetten. Ondanks positieve economische effecten heeft de flexibilisering vergaande consequenties voor de samenleving. Zo dreigt er een tweedeling op de arbeidsmarkt te ontstaan tussen enerzijds goed beschermde, hoog opgeleide insiders met een vast contract en anderzijds laagopgeleide outsiders met geringe sociale bescherming.
In dit project analyseren de Leidse economen vanuit een internationaal vergelijkend perspectief de oorzaken van de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de sociaaleconomische gevolgen daarvan. Het vetrekpunt van dit project is de vraag in hoeverre globalisering en technologische vooruitgang leiden tot toenemende concurrentie aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In hoeverre is de flexibilisering nu toe te schrijven aan globalisering en technologische vooruitgang of aan de rol van instituties?
Inkomensverschillen
In deze context besteden zij ook aandacht aan de vraag in hoeverre de flexibilisering van de arbeidsmarkt de inkomensverschillen tussen insiders en outsiders vergroot en zo bijdraagt aan een toename van het aantal werkende armen. Tot slot zal worden onderzocht in hoeverre de flexibilisering van de arbeidsmarkt de maatschappelijke steun voor sociale zekerheid beïnvloedt. Zijn werkenden bijvoorbeeld bereid een versobering van de werkloosheidsuitkeringen te steunen in ruil voor ruimere scholingsmaatregelen? Voor hervormingsplannen op het gebied van arbeidsrecht, sociale zekerheid en de fiscaliteit zijn deze vragen van groot belang.
Instituut Gak wil een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de sociale zekerheid in Nederland door financiële ondersteuning van onderzoek, projecten en leerstoelen. Meer informatie is te vinden op www.instituutgak.nl.