Door overbejaging, ontbossing en bosfragmentatie verdwijnen diersoorten in tropische regenwouden steeds meer. Grote soorten, die bijzonder kwetsbaar zijn voor veranderingen, nemen relatief veel sneller af dan andere soorten, omdat ze bij voorkeur worden bejaagd of sterker worden aangetast door verlies en afbraak van habitats. De nieuwe studie toont aan dat het verlies van grote dieren, ook wel verkleining van ecologische gemeenschappen genoemd, ernstige gevolgen heeft voor het functioneren van ecosystemen in het regenwoud.
Fruitetende dieren
Fruitetende dieren spelen een buitengewone rol in tropische ecosystemen. Ze bewegen constant rond de zaden van door dieren verspreide planten en beïnvloeden daardoor de verspreiding, genstroom en genetische structuur van plantenpopulaties. Naar schatting is meer dan 70% van de boom- en struiksoorten in tropische bossen voor hun zaadverspreiding afhankelijk van fruitetende dieren. ‘Vooral het verlies van grote fruitetende dieren zoals toekans, primaten en tapirs heeft ernstige gevolgen voor het functioneren van tropische regenwouden, omdat deze dieren onevenredig bijdragen aan de verspreiding van zaden over lange afstanden van planten’, legt UvA-ecoloog Kissling uit.
Toekomstige regenwouden
‘Toekomstige regenwouden zullen er qua boomsamenstelling waarschijnlijk heel anders uitzien dan de huidige. Andere studies hebben al aangetoond dat dergelijke toekomstige regenwouden waarschijnlijk veel minder koolstof kunnen opslaan’, legt Donoso uit. Dit komt omdat bomen die waarschijnlijk verloren gaan, verspreid staan door grote dieren. Ze hebben ook een hoge biomassa en een hoge houtdichtheid, waardoor ze grote hoeveelheden koolstof opslaan. ‘Het beschermen van grote dieren in regenwouden is daarom belangrijk voor het behoud van de biodiversiteit en voor het behoud van de diensten die tropische regenwouden ons bieden’, besluit Kissling.