Bezig met laden
VSNU
  • Home
  • Voorwoord
  • Wageningen University & Research
  • Vrije Universiteit
  • Universiteit van Amsterdam
  • Universiteit Utrecht
  • Universiteit Twente
  • Universiteit Leiden
  • Tilburg University
  • TU Eindhoven
  • TU Delft
  • Rijksuniversiteit Groningen
  • Radboud Universiteit
  • Maastricht University
  • Open Universiteit
  • Erasmus Universiteit Rotterdam
  • Menu

Landdegradatie: een wijdverbreid maar herstelbaar probleem

Landdegradatie – het verlies van capaciteit van het land om het leven van mens en natuur op aarde te ondersteunen – behoort tot de grote uitdagingen van deze tijd. Aan het degradatieproces lijkt momenteel geen einde te komen: er wordt weinig gedaan om de ontwikkeling af te remmen of volledig te stoppen. Een team van twintig wetenschappers van over de hele wereld, onder leiding van Universiteit Twente-onderzoeker Wieteke Willemen, ontwikkelde een strategie om het degradatieproces een halt toe te roepen.

Urgentie

Doordat we meer consumeren en door de groei van de wereldbevolking staat er een enorme druk op ons land. Om aan de vraag te voldoen neemt, op vaak niet-duurzame wijze, land voor landbouw, bosbouw, mijnbouw en infrastructuur toe. Ecosystemen raken ontregeld en biodiversiteit neemt af: daarmee wordt klimaatverandering versterkt, staat voedsel- en waterveiligheid onder druk, en wordt de kans op natuurrampen en gezondheidsproblematiek groter en groter. Ten minste twee-vijfde deel van de wereldbevolking ervaart negatieve effecten van landdegradatie en ook de economische gevolgen worden steeds meer zichtbaar.

Vijf obstakels

“Er zijn vijf fundamentele redenen waarom het probleem nog geen wereldwijde aandacht heeft, zoals bijvoorbeeld klimaatverandering”, aldus Willemen, als universitair hoofddocent is verbonden aan de ITC Faculty of Geo-information Science and Earth Observation van de Universiteit Twente. “Veel mensen zien en voelen niet direct de effecten van landdegradatie: het probleem wordt maar weinig erkend, het is lastig inzichtelijk en meetbaar te maken en de oorzaken zijn complex en divers.”

Tien oplossingen om landdegradatie tegen te gaan

Aan de hand van de vijf fundamentele redenen ontwikkelden de wetenschappers tien oplossingsrichtingen die concreet kunnen bijdragen aan het stoppen van landdegradatie. De oplossingen hebben een universeel karakter om de onderliggende problemen in verschillende situaties weg te kunnen nemen.

“Het mag duidelijk zijn dat succes alleen te behalen is als publieke en private partijen, wetenschappers en burgers hier allemaal een rol in gaan spelen”, aldus Willemen. De strategie laat niet alleen zien welke maatregelen succesvol kunnen zijn, maar worden ook expliciet gekoppeld aan belanghebbenden die daarin het voortouw hebben. “We zien graag dat deze strategie beleidsmakers motiveert bij de aankomende wereldwijde Biodiversity Conference van de Verenigde Naties, helpt in het vrijmaken van onderzoeksgelden, consumenteninitiatieven activeert, en strategische samenwerking tussen al die belanghebbenden faciliteert.”

Klik hier om de desktopversie van het SDG-Dashboard te bekijken

Terugdringen stropen olifanten door gemeenschappelijk landeigendom

Lokale gemeenschappen moeten meer een rol krijgen bij het vormen van beschermde gebieden voor wilde dieren. Op die manier kan het stropen van olifanten in Noord-Kenia succesvol worden teruggedrongen. Onderzoekers van de Faculteit Geo-information Science and Earth Observation (ITC) van de Universiteit Twente concluderen dat naar aanleiding van onderzoek samen met Save the Elephants, Kenya Wildlife Service, Colorado State University en Northern Rangelands Trust. Het vormen van door inwoners geleidde reservatiegebieden lijkt de beste oplossing voor de problematiek.

Recordhoogte

Tussen 2010 en 2012 is het aantal gestroopte Afrikaanse olifanten naar een recordhoogte gestegen. In drie jaar tijd werden zo’n 100.000 olifanten op brute wijze om het leven gebracht omwille van de opbrengst van ivoor. Sindsdien is het aantal flink gedaald, maar echter nog onvoldoende. In gebieden waar het land voor verschillende doeleinden werd gebruikt, met verschillende eigenaren, is het van belang dat gegeven mede te onderzoeken om een succesvolle aanpak van het stropen te bepalen. De onderzoekers doken in de statistieken over olifantensterfte in de periode 2002 tot 2012 en gebruikten satelietttellingen van olifanten in het Laikipia-Samburu ecosysteem in Noord-Kenia. De onderzoekers, onder leiding van UT-promovendus Festus Ihwagi, probeerden op die manier de invloed van landeigendom op de dagelijkse olifantenspreiding op het aantal gevallen van stropen te bepalen.

Foto: Nina Constable / Save the Elephants

Belang van landeigendom

Ihwagi constateerde dat de grootste olifantenpopulatie in het Laikipia-Samburu gebied buiten de beschermde parken leeft, zo’n 98,5 procent. Het grondgebied onder privé-eigendom en de gemeenschappelijke conservatiegebieden bevatten de hoogste dichtheid, wat het belang van deze terreinen voor de olifantenpopulatie onderstreept. “In deze gebieden is sprake van een veel hogere dichtheid dan in de gebieden waar geen sprake is van gemeenschappelijke conservatie. Het model waarbij de gemeenschap een rol speelt bij conservatie van het gebied is klaarblijkelijk een heel succesvolle voor een grote populatie”, stelt Ihwagi.

Prof. Andrew Skidmore, Ihwagi’s PhD-promotor: “Het stimuleren van landeigenaren om de gemeenschap te betrekken bij het beheer van hun land draagt bij aan het terugdringen van stropers. Meer betrokkenheid van de inwoners helpt ook hen te doen begrijpen hoe belangrijk de aanwezigheid van dieren in het wild is voor het toerisme, een belangrijke bron van inkomsten voor de bevolking.”

Klik hier om de desktopversie van het SDG-Dashboard te bekijken

Scroll naar bovenzijde