Open access is de norm

Waar staan we nu?

De resultaten van publiek gefinancierd onderzoek dienen voor iedereen vrij toegankelijk te zijn. Universiteiten willen peer-reviewed artikelen van Nederlandse onderzoekers in 2020 standaard ‘open access’ publiceren. Met dit doel voor ogen heeft de VSNU na een oproep van het kabinet in 2013 een plan gemaakt.

“Internationaal gezien hebben de Nederlandse universiteiten een unieke aanpak gekozen”, aldus Koen Becking, bestuurlijk hoofdonderhandelaar open access namens de VSNU en collegevoorzitter Tilburg University. Hij leidt in samenwerking met Tim van der Hagen, collegevoorzitter Technische Universiteit Delft, en Anton Pijpers, collegevoorzitter Universiteit Utrecht, de bestuurlijke onderhandelingen met de grootste uitgevers.

 

V.l.n.r.: onderhandelaars Koen Becking, Tim van der Hagen en Anton Pijpers.

 

 

Open access als onderdeel van de VSNU onderhandelingen vanaf 2014

 

november 2014

 

juli 2015

 

december 2015

 

februari 2016

 

mei 2016

 

juli 2016

 

februari 2018

 

SPRINGER

Big deal: twee jaar 100% open access artikelen.

Laatste update: na 1 jaar verlenging in 2017
vanaf 2018 continuering big deal met 100% open access - akkoord op hoofdlijnen.

 

 

SAGE

Gedeeltelijke deal: twee jaar open access voor 20% van de gepubliceerde artikelen.

Update: Big deal met 100% open access van
2017 - 2019.

 

 

ELSEVIER

Gedeeltelijke deal: drie jaar open access voor 10-20-30% van de gepubliceerde artikelen.

 

WILEY

Big deal: vier jaar 100% open access.

 

AMERICAN CHEMICAL SOCIETY (ACS)

Big deal: vijf jaar 100% open access.

 

TAYLOR & FRANCIS

Big deal: twee jaar 100% open access artikelen.

 

Update: Begin 2018 een hoofdlijnenakkoord voor verlenging voor drie jaar.

 

 

OXFORD UNIVERSITY PRESS
&
WOLTERS KLUWER

Voor deze twee uitgeverijen ligt een akkoord op hoofdlijnen in het verschiet; bij beide overeenkomsten zit hier – op een verschillende manier – open access in verwerkt.

 

 

Voor actuele informatie zie openaccess.nl.

“De succesfactoren van de Nederlandse aanpak zijn het feit dat de universiteiten één onderhandelingsblok vormen en zich gesteund weten door de politiek”. Becking verwijst hiermee naar het open access kabinetsbeleid dat in 2017 door het nieuw gevormde kabinet is doorgezet. Nederlandse universiteiten en de partners uit het veld zoals NWO/ZonMw, KNAW en NFU stemmen hun open access beleid op elkaar af, zodat er een duidelijk en eenduidig signaal uitgezonden wordt: open access is de norm; uiterlijk in 2020 voor 100% te realiseren.

 

Wat houdt open access nu eigenlijk in en voor wie is het van belang?

Het meeste onderzoek wordt publiek gefinancierd en moet daarom voor het publiek vrij toegankelijk zijn. Internet biedt de mogelijkheid om digitaal en ‘open access’ te publiceren. Nederlandse universiteiten zijn groot voorstander van open access en voeren hierover gesprekken met uitgevers. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden gepubli-ceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Voor deze tijdschriften gelden doorgaans hoge abonnementskosten, waardoor alleen kapitaalkrachtige instellingen als universiteiten en ziekenhuizen daar toegang toe hebben. Andere geïnteresseerden – leraren, patiënten, beleidsmakers of MKB-bedrijven – hebben geen vrije toegang. Nederlandse universiteiten stellen dat wetenschap geen luxegoed is, maar voor iedereen vrij toegankelijk (open access) en herbruikbaar moet zijn. Een groot gedeelte van het onderzoek is immers publiek bekostigd. Daarnaast is open access ook goed voor Nederlandse onderzoekers; open access publicaties zijn op internet beter vindbaar en worden daardoor vaker geciteerd.

Open access helpt:

  • onderzoekers om hun onderzoek breder te verspreiden;
  • artsen, behandelaars en patiënten bij het kennisnemen van de nieuwste inzichten in behandelwijzen;
  • bedrijven bij het ontwikkelen en toepassen van innovaties;
  • wetenschappers in ontwikkelingslanden om toegang te kunnen krijgen tot wetenschappelijke kennis;
  • leraren en scholieren bij hun lessen en werkstukken.

Van oudsher onderhandelen universiteiten via hun universiteitsbibliotheken met uitgevers over abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften. Zij sluiten zogeheten big deal-contracten voor een collectie/pakket van meerdere tijdschriften. Sinds het VSNU open access-project, verlengen de universiteiten de uitgeverscontracten uitsluitend als er open access wordt geboden zonder extra kosten voor onderzoekers. De resultaten zijn indrukwekkend:
twee jaar bestuurlijke onderhandelingen zijn goed voor een aandeel van 20% in het totale percentage van 42% open access-artikelen in 2016 in Nederland. Naast de 20% open access-artikelen uit de big deal-onderhandelingen – ook wel aangeduid als ‘hybride’ open access is 9% goud open access en 13% groen open access.

 

Groen, goud en hybride open access

Groen open access

Groen open access gaat er van uit dat auteurs hun artikel zelf openbaar maken door hun manuscript in een (institutionele) repository te deponeren. Dat kan nu al bij de Nederlandse universiteiten. Vaak rust er wel een embargo op de definitieve versie van artikelen die zijn gepubliceerd bij een uitgever, maar de onderzoeker kan bijna altijd een pre-definitieve, nog niet opgemaakte versie, van zijn of haar manuscript in de repository deponeren (een zogenaamde auteursversie).

Goud open access

Bij goud open access worden publicaties direct online vrij toegankelijk beschikbaar gesteld via de platforms van uitgevers. In deze open access vorm betaalt de auteur (soms via onderzoek financier of instelling) vooraf om een artikel direct vrij toegankelijk beschikbaar te maken. Deze betaling heet APC ofwel Article Processing Charge.

Hybride open access

De Nederlandse onderhandelingsresultaten bieden uitsluitend auteurs van Nederlandse universiteiten een open access publicatie van hun artikel in een traditioneel tijdschrift. De andere artikelen uit dat tijdschrift zijn verder alleen toegankelijk voor abonnees. De basis van een dergelijk tijdschrift is het leesabonnement en voegt als optie toe dat een open gemaakt artikel ook voor niet abonnees toegankelijk wordt: een hybride vorm van toegang ontstaat op deze manier.

Nederlandse universiteiten staan er niet alleen voor. In 2017 is het Nationaal Plan Open Science (NPOS) ondertekend door tien coalitiepartijen. Ook binnen Europa wordt intensiever kennis uitgewisseld tussen universiteiten en politiek. In Duitsland wordt door een alliantie van Duitse universiteiten een vergelijkbare onderhandelingsaanpak gevolgd (zie een artikel in Nature). Brede steun voor open access is een belangrijke voorwaarde om open access internationaal als standaard te realiseren.

 

Foto: Ed van Rijswijk