Print
 
 

Statement sociale veiligheid binnen onze universiteiten: voor een veilige, open en respectvolle sector (april 2019)


De Nederlandse universiteiten staan voor een veilige omgeving voor hun studenten, medewerkers en bezoekers. Collegialiteit, integriteit, gelijkwaardigheid, respect, openheid en aandacht voor de ander staan hoog in het vaandel van de Nederlandse universiteiten. Elke vorm van ongewenst gedrag, zoals seksuele of andere vormen van intimidatie, agressie, pesten of discriminatie, is voor de Nederlandse universiteiten onaanvaardbaar. Op alle bestuurlijke niveaus, van het college van bestuur tot aan de werkvloer van onderwijs en onderzoek, wordt die boodschap uitgedragen. Universiteiten zien het als belangrijke opdracht om bij vermeend ongewenst gedrag zo adequaat en gepast mogelijk te handelen.

 

Universiteiten dragen verantwoordelijkheid voor een positief werk- en studieklimaat waarin iedereen binnen de universitaire gemeenschap in staat wordt gesteld om zijn/haar talenten te ontplooien. Universiteiten zijn bij uitstek instellingen waar mensen met uiteenlopende achtergronden elkaar ontmoeten en met elkaar samenwerken. Allen die aan onze universiteiten verbonden zijn, als student, medewerker of bezoeker, dragen eraan bij dat we elkaar respectvol behandelen, ongeacht herkomst, godsdienstige overtuiging, seksuele voorkeur, handicap, rol of functie. Het is aldus de taak van allen om zich binnen de instelling actief in te zetten voor sociale veiligheid. 


                                                                                                                                  Appendix: Wat doen universiteiten?

Universiteiten leren van elkaar door middel van uitwisseling van best practices. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Het beschikbaar hebben van een goed functionerend systeem van vertrouwenspersonen op de verschillende niveaus van de instelling.
  • Professionalisering van de vertrouwenspersonen: vertrouwenspersonen werken op basis van de code van de Landelijke Vereniging voor Vertrouwenspersonen. Instellingen zorgen er voor dat zij voldoende worden getraind en goed in staat zijn hun werk te doen. 
  • Vertrouwenspersonen leggen in een Jaarverslag verantwoording af over hun activiteiten. Zij werken nauw samen met de andere universitaire vertrouwenspersonen, in lokale netwerken van vertrouwenspersonen en bijvoorbeeld in het Netwerk Universitaire Vertrouwenspersonen (NUVP). 
  • Het op een zorgvuldige wijze bespreken van jaarverslagen vertrouwenspersonen in het college van bestuur, bij voorkeur in een gezamenlijke sessie van het college met alle vertrouwenspersonen gezamenlijk. De jaarverslagen worden op de diverse bestuurlijke niveaus, zoals het facultaire of het instituutsniveau, van de instelling gedeeld.
  • Regelmatig onderzoek doen naar sociale veiligheid binnen de instelling: is er een lijn te ontdekken in de meldingen bij vertrouwenspersonen en in uitkomsten van Medewerkerstevredenheidsonderzoeken (MTO) en welke maatregelen moeten er worden genomen?